[Top] 39 Is het de of het?

Is het de of het?

Welk lidwoord moet je gebruiken?

Welk lidwoord moet je gebruiken?

Hoe weet je of er de of het voor een woord komt?

1. Je kunt het ‘aanvoelen’.

Vaak weet je welk lidwoord je moet gebruiken, omdat je kunt aanvoelen wat normaler klinkt: de of het.

• Ga je met de bus naar school?

• Ga je met het bus naar school?

Veel mensen zullen aanvoelen dat het de bus is en niet het bus.

2. Je kunt het opzoeken.

Je kunt altijd opzoeken of iets een de- of een het-woord is op woordenlijst.org.

3. Soms kan het allebei.

Woorden als soort, idee, deksel en weblog kunnen met de én het, maar soms betekenen de woorden dan ook iets anders. Zo is de bal het ronde ding waar je mee kunt sporten of spelen, en het bal een dansfeest.

Meer over homoniemen: woorden die je hetzelfde schrijft maar die iets anders betekenen als je er de in plaats van het voor zet.

Verkleinwoorden

Let op: verkleinwoorden zijn altijd het-woorden.

• het trapje

• het prinsesje

• het kindje

• het flesje

Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig

Alle zelfstandige naamwoorden hebben, zoals dat heet, een woordgeslacht. Daar zijn er drie van: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Helaas is het vaak moeilijk om te weten of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Als je dat wel weet, weet je ook of het een de-woord of een het-woord is. Voor mannelijke en vrouwelijke woorden komt namelijk altijd de, voor onzijdige woorden altijd het. Soms hebben woorden twee geslachten, bijvoorbeeld én mannelijk én vrouwelijk, of én vrouwelijk én onzijdig. Als het woord én onzijdig is én daarnaast mannelijk of vrouwelijk, kun je kiezen of je er de of het voor zet.

• Koning en trap zijn mannelijke woorden: de koning en de trap.

• Prinses en informatie zijn vrouwelijke woorden: de prinses en de informatie.

• Geluk en kind zijn onzijdige woorden: het geluk en het kind.

• Fles is zowel mannelijk als vrouwelijk: de fles.

• Commentaar kan zowel mannelijk als onzijdig zijn: het commentaar en de commentaar.

Verwijzen

Als je het woordgeslacht kent, weet je ook of je naar het woord moet verwijzen met hij, zij of het en met zijn of haar. Naar mannelijke woorden verwijs je met hij en zijn, naar vrouwelijke woorden verwijs je met ze of zij en haar en naar onzijdige woorden verwijs je met het en zijn.

• De vereniging heeft haar leden geïnformeerd.

• Het bestuur heeft zijn besluit toegelicht.

In Nederland wordt het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk niet meer zo goed aangevoeld. De meeste mensen merken het niet als je zegt: De vereniging heeft zijn leden geïnformeerd, terwijl vereniging eigenlijk een vrouwelijk woord is.

Wil je meer lezen?

Op Taalhelden:

Op andere websites:

Reacties

Bij verkleinwoorden zouden jullie kunnen vermelden dat meervoudige verkleinwoorden vrijwel altijd met ‘de’ zijn. Bijv. “de trapjes”, “de prinsesjes”, “de kindjes”, “de flesjes”.

Maar hoe weet je als het mannelijk of vrouwelijk is als je frans talig bent .

En je je kind wilt iets in het nederlands leren ?

is rerg gooie uitleg duidelijk ik geef al mijn complumen aan u dank u voor de info