[Top] 16 HP pc’s – Een draadloos thuisnetwerk maken (Windows 10, 8)

Dit document is van toepassing op HP en Compaq computers met Windows 10 en Windows 8.

hp-share-print-widget-portlet

• ${title}

Bezig met laden…

hp-concentra-wrapper-portlet

• ${title}

Bezig met laden…

HP pc’s – Een draadloos thuisnetwerk maken (Windows 10, 8)

Windows biedt ondersteuning voor het installeren van meerdere computers in een thuisnetwerk. Dit is een eenvoudige manier om thuis bestanden te delen. In dit document staan instructies voor het creëren en delen van mappen en bestanden in een draadloos thuisnetwerk.

Een lokaal netwerk en het delen van bestanden instellen

Gebruik de stappen in dit gedeelte om een thuisnetwerk in te stellen met behulp van draadloze hardware.

opmerking:Voor bepaalde stappen in dit document moet u zich aanmelden in Windows met het hoofdbeheerdersaccount. Normaal gezien is dit het eerste account dat werd gemaakt toen de computer voor het eerst werd ingeschakeld.

Stap 1: Voordat u begint

Controleer of u over de volgende hardware beschikt voordat u een lokaal netwerk gaat instellen:

• Draadloze netwerkinterfacekaart (NIC) of een draadloze netwerkpoort op het moederbord voor elke computer.
• Controleer of de computer een antenne heeft voor een draadloos netwerk. De antenne kan deel uitmaken van interne netwerkhardware of de antenne kan extern zijn en moet in dat geval op de achterkant van de computer worden aangesloten.
• Draadloze router of toegangspunt. Als u een netwerkhub nodig hebt, overleg dan met een netwerkspecialist in uw computerwinkel welke hub u het beste kunt gebruiken.

Volg deze stappen voordat u verdergaat met het instellen en aansluiten van uw netwerkhardware:

• Verbreek de verbinding met internet. Als u een DSL- of kabelmodem hebt, koppel deze dan los.
• Schakel eventuele firewallsoftware uit. Firewallsoftware kan het instellen van een netwerk hinderen. U kunt de firewall weer inschakelen nadat het instellen van het netwerk is voltooid.

Stap 2: De netwerkhardware installeren en verbinden voor een lokaal netwerk

Schakel de stroom in voor de draadloze netwerkrouter of het andere netwerkapparaat. Volg de instructies van de fabrikant om uw breedbandkabel of DSL-modem aan te sluiten op de router en om beveiliging in te stellen voor het draadloze netwerk.

opmerking:Soms zijn modem en router gecombineerd in één apparaat, een zogenaamd draadloos toegangspunt.

Afbeelding : Voorbeeld van draadloos netwerk: draadloze router, twee draadloze notebooks en een draadloze computer met een printer

De draadloze router configureren

De router is het communicatiecentrum van uw thuisnetwerk. Om de draadloze router voor uw lokale netwerk te configureren, verbindt u de router met de modem (als u een aparte router en modem hebt) en sluit u tijdelijk een netwerkkabel tussen de computer en de draadloze router aan. Volg de specifieke installatie-instructies die u bij uw router hebt ontvangen. De router en de computer moeten hetzelfde communicatieprotocol (802.11a, 802.11b, 802.11g of 802.11n) gebruiken.

1. Sluit een netwerkkabel aan op een netwerkpoort van de computer en op een netwerkpoort van de router.
2. Schakel de computer in en wacht totdat Windows wordt geopend en verbinding wordt gemaakt met de router.
3. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de router om verbinding te maken met de router. Raadpleeg de volgende tabel voor veelvoorkomende IP-adressen, gebruikersnamen en wachtwoorden van routers.

   opmerking:

   De gegevens in de tabel worden vaak gebruikt door bekende routerfabrikanten. Raadpleeg de fabrikant als de gegevens niet correct zijn voor uw router.

   Veelgebruikte routerinstellingen

   Merknaam van routerIP-adres van routerGebruikersnaamWachtwoord3Comhttp://192.168.1.1adminD-Linkhttp://192.168.0.1adminLinksyshttp://192.168.1.1adminNetgearhttp://192.168.0.1adminwachtwoord

4. Voer de standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord voor de router in wanneer u daarom wordt gevraagd.
5. Volg de opdrachten om de beveiligingsinstellingen van de router te configureren.
   • Naam voor de router (SSID). Dit wordt de naam van uw netwerk. Typ een nieuwe naam. Gebruik niet de standaardnaam.
   • Type beveiliging. Bijvoorbeeld: WPA, WPA2 of WEP. U moet de draadloze beveiliging instellen bij het configureren van de router.
   • Wachtwoord of toegangscode. Gebruik nooit een leeg wachtwoord. Zorg voor een betere beveiliging door een wachtwoord of wachtwoordzin te gebruiken met meer dan 8 tekens, die letters en cijfers bevat.
   • Naam en wachtwoord van beheerder. Dit is de naam van een gebruikersaccount dat de routerinstellingen kan wijzigen. Als u de standaardgebruikersnaam (admin) wilt laten staan, wijzig dan in ieder geval het wachtwoord.

Test de netwerkverbinding terwijl de netwerkkabel nog steeds is aangesloten. Koppel daarna de netwerkkabel los en ga verder met de volgende stap voor het uitvoeren van de wizard Draadloos netwerk instellen.

Stap 3: De wizard Windows Draadloos netwerk instellen uitvoeren om apparaten aan het netwerk toe te voegen

Gebruik de wizard Netwerk instellen in Windows om computers en apparaten toe te voegen aan het netwerk. Volg deze stappen om de wizard Draadloos netwerk instellen uit te voeren:

1. Klik in Windows met de rechtermuisknop op het pictogram netwerkverbinding in het systeemvak.Afbeelding : Pictogram netwerkverbinding
2. Klik op Netwerk- en internetinstellingen openen.Afbeelding : Netwerk- en internetinstellingen openen
3. Blader in de netwerkstatuspagina naar beneden en klik op Netwerkcentrum.Afbeelding : Het Netwerkcentrum openen
4. Klik op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen.Afbeelding : Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen selecteren
5. Klik op Een nieuw netwerk instellen.Afbeelding : Een nieuw netwerk instellen
6. Klik op Volgende en volg daarna de instructies op het scherm om een draadloos netwerk in te stellen. Als de netwerkinstallatie voltooid is, gaat u verder met de volgende stap om verbinding te maken met het netwerk.

Stap 4: Verbinding maken met een lokaal netwerk

Voer de volgende stappen uit om een netwerk te verbinden:

opmerking:Controleer voor notebookcomputers of het draadloze apparaat is ingeschakeld. Op de meeste notebookcomputers gaat een LED-lampje of een lichtje op het toetsenbord met het symbool () blauw branden als het draadloze apparaat is ingeschakeld en geactiveerd, en oranje als het is uitgeschakeld of gedeactiveerd. Sommige modellen van notebookcomputers gebruiken andere kleuren.

1. Klik in Windows op het pictogram Netwerkverbinding in het systeemvak.Afbeelding : Pictogram netwerkverbinding
2. Selecteer in de lijst van netwerken het draadloze netwerk waarmee u wilt verbinding maken en klik op Verbinden.Afbeelding : Een draadloos netwerk selecteren
3. Voer de netwerkwachtwoordzin (of de beveiligingscode) voor het geselecteerde draadloos netwerk in en klik op Volgende.De computer is aangesloten op het netwerk.
4. Klik op OK.Herhaal deze stappen voor elke computer in het netwerk.

Stap 5: Een Thuisgroep maken in een lokaal netwerk

Maak een Thuisgroep aan om bibliotheken en apparaten te delen met andere computers in het netwerk. U kunt ook media tussen apparaten streamen.

1. Zoek in Windows naar Thuisgroep en open deze functie.
2. Als er al een Thuisgroep is gemaakt, voert u het wachtwoord voor de Thuisgroep in en klikt u op Deelnemen. U vindt het wachtwoord voor de Thuisgroep op de computer waarop deze is gemaakt.Als er nog geen Thuisgroep is gemaakt, klikt u op Een Thuisgroep maken.Afbeelding : Op Een thuisgroep maken klikken
3. Klik in het venster Een Thuisgroep maken op Volgende.Afbeelding : Klik op Volgende
4. Selecteer Gedeeld in het vak naast de mappen of apparaten die u wilt delen en klik op Volgende.Afbeelding : Bevoegdheden voor mappen en apparaten
5. Noteer het wachtwoord of druk het af. U hebt dit wachtwoord nodig om andere computers aan uw Thuisgroep toe te voegen. Klik op Voltooien.Afbeelding : Dit wachtwoord gebruiken om andere computers aan uw Thuisgroep toe te voegen

   opmerking:

   Gebruik het Thuisgroepwachtwoord op elke computer of op elk apparaat in de thuisgroep.

Stap 6: Stations, mappen en bestanden delen in een lokaal netwerk

U moet netwerkdetectie inschakelen om toegang te hebben tot de computers in het netwerk. U kunt bestanden en printers instellen om te worden gedeeld; ook kunt u opties voor delen instellen voor specifieke bestanden of mappen.

Netwerkdetectie en het delen van bestanden en printer in een lokaal netwerk inschakelen

Volg deze stappen om geavanceerde instellingen voor delen te openen, en netwerkdetectie en het delen van bestanden en printers in te schakelen.

1. Klik in Windows met de rechtermuisknop op het pictogram Netwerkverbinding in het systeemvak.Afbeelding : Pictogram netwerkverbinding
2. Klik op Netwerk- en internetinstellingen openen.Afbeelding : Netwerk- en internetinstellingen openen
3. Blader op de netwerkstatuspagina naar beneden en klik op Netwerkcentrum.Afbeelding : Het Netwerkcentrum openen
4. Klik in het linkerdeelvenster op Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen.Afbeelding : Netwerkcentrum
5. Selecteer zowel Netwerkdetectie inschakelen en Bestands- en printerdeling inschakelen in het profiel dat u wilt wijzigen.

   opmerking:

   Er zijn instellingen voor delen voor uw Persoonlijk profiel, Gastprofiel of Openbaar profiel, en Alle netwerken.Afbeelding : Geavanceerde instellingen voor delen

6. Klik op Wijzigingen opslaan.

Opties voor delen en bevoegdheden voor specifieke bestanden of mappen in een lokaal netwerk instellen

Stel de opties voor het delen van bestanden en niet-openbare mappen in op de computer waarvan u inhoud wilt delen. Doe het volgende om niet-openbare mappen te delen:

1. Zoek in Windows naar Verkenner en open deze functie.
2. Blader naar de map die u wilt delen.
3. Klik met de rechtermuisknop op de map, selecteer Delen met en klik op Thuisgroep (bekijken), Thuisgroep (bekijken en bewerken) of Bepaalde personen.Afbeelding : Delen met
4. Als u Bepaalde personen kiest, verschijnt het venster Bestandsdeling.
5. Klik op de pijl omlaag en selecteer de gebruiker met wie u wilt delen. Als de gebruiker niet wordt vermeld, typt u de gebruikersnaam en klikt u vervolgens op Toevoegen.Afbeelding : Venster Bestandsdeling
6. Klik op een pijl onder Machtigingsniveau om het machtigingsniveau voor iedere gebruiker of groep in te stellen.
7. Klik op Delen.

Stap 7: Het lokale netwerk testen

Blader door de gedeelde mappen op elke computer op het netwerk om het netwerk te controleren.

Volg deze stappen om het Windows netwerkvenster te openen en door de gedeelde mappen op elke computer en elk media-apparaat in het netwerk te bladeren:

1. Typ in het Windows-zoekvak Netwerkcomputers en -apparaten weergeven.
2. Klik op de naam van de computer of apparaat waartoe u toegang wilt hebben.
3. Voer als dit wordt gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord in om verbinding te maken met de computer of het apparaat.Als u op de computer bestanden kunt lezen en openen van een externe computer, is de externe computer of het externe apparaat goed ingesteld. Blader vanaf elke computer in het netwerk naar elke beschikbare computer of elk beschikbaar apparaat. Als u problemen tegenkomt, doorloopt u deze stappen opnieuw om te controleren of alle instellingen correct zijn.Als u niet zeker weet hoe u door gedeelde mappen moet bladeren of als u problemen ondervindt, raadpleegt u de sectie Gedeelde bestanden en mappen openen.Wanneer alle computers verbinding kunnen maken met de andere computers op het netwerk, schakelt u internettoegang op het lokale netwerk in.

Stap 8: Internettoegang en firewall voor een lokaal netwerk inschakelen

Nadat u hebt gecontroleerd of u op uw thuisnetwerk bestanden kunt overbrengen, maakt u verbinding met internet en schakelt u de internetverbinding in voor computers met internettoegang.

let op:Zorg ervoor dat elke computer met internettoegang goed is beveiligd tegen internetdreigingen. De internetverbinding op elke computer moet minimaal beschermd zijn door middel van een firewall en Windows moet bijgewerkt zijn wat betreft de recentste essentiële updates van Microsoft Windows Update. Als er kwaadaardige software op één computer binnenkomt, kan deze zich snel verspreiden door het gehele netwerk.

Meer ondersteuning

hp-feedback-input-portlet

• ${title}

Bezig met laden…

hp-feedback-banner-portlet

• ${title}

Bezig met laden…

hp-country-locator-portlet

• ${title}

Bezig met laden…

Land/regio:
Nederland

hp-detect-load-my-device-portlet

• ${title}

Bezig met laden…